Vakantie op de berg in de neue Bamberger Hütte
Familievakantie "thuis", maar dan zonder "alledag"
Voor mijn familie en mij zijn de bergen ons thuis en de plek om ons terug te trekken. Of dat nou komt doordat we het geluk hebben midden het hart van de Kitzbüheler Alpen te wonen, of we nou eenmaal zo zijn, weten we niet. De laatste gezamenlijk vakantie ligt jaren terug - mijn broers en zussen en ik zijn waarschijnlijk eerder de uitzonderingen, die met 16, 19 en 21 jaar nog samen met onze ouders vakantie vieren. Deze zomer is het ons echter gelukt om 3 dagen te vinden waarop iedereen vrij had en dat betekent voor ons "de bergen in", naar de neue Bamberger Hütte. 3 dagen wandelen, huttenleven en geen telefoonnet bereikbaar (behalve op de bergtoppen).
De Neue Bamberger Hütte in wandelgebied Kelchsau
Een druilerige start
We zijn met onze tocht op dinsdagochtend in de Kelchsau gestart, met matig weer. Vanaf parkeerplaats Wegscheid over het bospad – langs een ruisende beek – naar boven. Bij elke meter omhoog hoopten we op wat zon, of dat tenminste de mist zou optrekken. De neue Bamberger Hütte (onder ons inwoners ook bekend als „skihut“) bleef echter onzichtbaar. De mist slokte niet alleen de natuurgeluiden op, maar ook degene die vooraan liep. Toch verheugden we ons er op weer naar „onze“ hut te kunnen – waar ik al in mijn kindertijd mooie herinneringen heb kunnen maken. Bekaf, maar tevreden kwamen we aan en verheugden ons op de warmte van de hut en de vriendelijke ontvangst. Aangesterkt, na het – absoluut lekkere – middageten, lieten we een groot deel van onze bagage achter in de hut en maakten ons weer startklaar.
Het weer was niet beter geworden, maar we zijn nou eenmaal niet van suiker! Dus begonnen we aan de klim naar de „Schafsiedel“. Een goed beschreven pad loopt direct achter de hut naar de eerste van de drie „wildalm“meren. Hoewel helaas het adembenemende uitzicht op de meren dit keer niet zichtbaar was, kon ik door de mysterieuze mist toch wat meekrijgen van de rust en het ongewone landschapsbeeld. „Het is een beetje als Ierland … alleen dan op de berg“ meende mijn moeder. De weg naar de Schafsiedel kende ik nog niet en daardoor genoot ik heel erg van de tocht. Bij de obere Wildalmsee waren we verrast, daar een klein deel van het meer nog bedekt was met ijs/sneeuw. Daarna nog een kort steil stuk en we zagen … nog steeds NIETS. 😋 Maar we waren op de top aangekomen en hadden daarmee ons doel van de dag bereikt. Een snel, klein schnapsje op de bergtop mocht natuurlijk niet ontbreken en daarna gingen we snel weer terug. We zijn dan wel niet van suiker, maar de gezelligheid van de hut lokte nu wel heel erg.
Weer terug in de hut gingen we naar onze 5-persoonskamer in het nieuw gebouwde deel. Ruim, gezellig en gewoon heel fijn. Direct ernaast de wc en douches. Met warm water! Een warme douche na een lange wandeldag is sowieso het fijnste dat er is. Gelukkig hadden ze dat tijdens de ombouw in 2015 ook bedacht. Avondeten, een potje kaarten, mens-erger-je-niet, de tocht voor mogen plannen … en toen? Toen viel iedereen uitgeput in bed.
Twee bergtoppen
Woensdagochtend – de zon schijnt. Nog wat moe van de vorige dag, tankten we kracht bij het ontbijt. De rugzakken werden weer omgedaan, de stokken gepakt en we gaan op pad.
Een licht briesje en heerlijke zonneschijn begeleiden ons op weg naar de Markkirchl waar we genieten van het uitzicht op de Pongau. Ons eerste etappedoel hebben we al in het oog: de indrukwekkende bergtop van de Salzachgeier. Maar hier zag de klim er steiler uit dan hij uiteindelijk was. Over slingerende weggetjes, over stenen en bergweides, deels over kleine sneeuwvelden wandelden we continu bergop. Voor het laatste stuk moesten we nog over een steil sneeuwveld en toen zagen we het, beetje scheefstaande, kruis op de bergtop. Geluksgevoel, adrenaline en alle kracht en energie is weer terug. We hebben het gered! Je bent boven en voelt je heel klein en toch groot. Klein tegenover het geweldige natuurlandschap, groot omdat je zo veel meer ziet en voelt dan onder in het dal. We werden beloond met uitzicht op de Salzach, Königsleiten en alle omringende bergtoppen. Na een korte thee-met-koekjes-pauze lieten we de bergtop achter voor de volgende bergbeklimmers – er wacht nog een berg op onze komst.
„Tristkopf“ heet de volgende bergtop die we die dag willen bedwingen. Terug bij de Markkirchl aten we onze welverdiende lunch in een windstille bergkom tussen de alpenrozen. Tijdens de klim naar de Tristkopf, die vanaf de Markkirchl niet al te lang is, moesten mijn vader en broer nog gas geven en bewijzen, dat zij de „gipfelstürmer“ (bergtopbestormers) zijn. Wij vrouwen hebben het natuurlijk ook gered.
Terug in de hut genoten we van koffie met gebak. Deze taart is de weg altijd waard! Na deze bergtocht kon we allemaal zien dat we „een gezond kleurtje“ hadden gekregen. ´s Avonds verheugden we ons dan weer op het uitstekende eten en „moesten“ als toetje nog met zijn vijven een Kaiserschmarrn proeven. Een betere afsluiting van een dag is er waarschijnlijk niet.
Home sweet Home
Donderdag. De dag van ons vertrek. Kamer weer netjes achtergelaten, rugzak volgepakt, de laatste keer ontbijten en we waren alweer op pad. De zon verstopte zich achter de wolken, maar het was windstil en echt aangenaam. Vanaf de hut liepen we meteen weer richting Streitfelden, sloegen dit keer linksaf en wandelden naar de Kröndlhorn. Voor mij een van de mooiste wandelwegen en bergtoppen. We zagen tot onze grote vreugde de paarden weer, die daar elk jaar de zomer doorbrengen. We wandelden rustig naar boven, omdat we best moeite hadden moeten doen om onze benen te overtuigen om een derde bergtocht binnen drie dagen te maken. Maar ook hier gold: „de weg is het doel“. Sneller dan gedacht, hadden we de laatste meters alweer gered en waren we boven op de „Greal“ = Kröndlhorn. Hier staat geen kruis op de bergtop, maar een klein houten kapelletje met bidprentjes, die hier door familieleden van de overledenen worden gebracht. De weergoden meenden het goed met ons en dus besloten we ook nog naar de Reinkarsee af te dalen en dan pas terug naar de parkeerplaats te lopen. Op deze weg kom je vrijwel nooit iemand tegen. Bij de Reinkarsee „achtervolgde“ een groep zwartneusschapen ons behoorlijk hardnekkig, maar uiteindelijk hadden ze door dat we niet hun herders waren.
De zwartneusschapen bij de Reinkarsee
Toen we weer beneden aankwamen, waren we allemaal uitgeput, gelukkig en toch een beetje verdrietig. Natuurlijk, de Kelchsau ligt niet ver bij ons vandaan en we kunnen altijd een dagtocht maken, Maar voor ons was en is zo´n vakantie in de hut echt vakantie. Op de berg zijn geen conventies, er is veel rust, de mensen die je ontmoet zijn "down-to-earth" en je komt makkelijk met iedereen in gesprek. Dat wij als gezin zo makkelijk, zonder ver te hoeven reizen, echt vakantie kunnen houden, is heel belangrijk voor me. De bergen zijn mijn thuis, ze houden me met de voeten op de grond en als ik weer terug moet naar de stad, weet ik altijd hoe Heidi zich moet hebben gevoeld. 😊